De anaalklieren, ook wel anaalzakjes genoemd, bevinden zich tussen de inwendige en uitwendige sluitspier van de anus en monden via 2 kanaaltjes uit naast de anus. Bij zwelling kunnen deze zakjes uitwendig zichtbaar worden opzij en iets onder de anus. Normaal functionerende anaalklieren scheiden een sterk ruikende, bruin- tot leemkleurige olieachtige vloeistof af. Naast een middel ter sociale herkenning (afbakenen van het territorium) tussen honden is de functie van de vloeistof ook het op grote afstand terug kunnen vinden van de leefomgeving. Bij onze huisdieren is deze functie grotendeels verloren gegaan. De kliertjes zijn er nog wel en legen zich normaal tijdens het ontlasten. Daarnaast kunnen ze zich ook legen in “paniek” omstandigheden, bijvoorbeeld in de spreekkamer van de dierenarts. Bij overvulling en/of ontsteking kunnen ze voor klachten zorgen.
Om onduidelijke redenen komt het regelmatig voor dat de zakjes zich niet goed legen. Als oorzaken worden wel genoemd: te nauwe afvoerkanalen, indikking van de vloeistof als gevolg van te weinig lediging, afwijkende ontlasting en ontstekingen. De inhoud van de zakjes is dan vaak veranderd in een donkerbruine/grijsbruine pasteuze brij. Door de hierbij optredende irritatie gaat de hond of kat veel onder de staartbasis, buik, flank likken en bijten en/of met de achterhand over de grond schuren (“sleetje rijden”). Bij ernstige pijn zal het dier weigeren om normaal te gaan zitten of neemt het een dusdanige zithouding aan, dat het pijnlijke gebied niet wordt belast.
Vanwege de rijke bacterieflora in het anale gebied raken de anaalklieren bij onvoldoende lediging al snel ontstoken. Bij onvoldoende afvoer van het ontstekingsmateriaal via het afvoerkanaaltje kan dan een abces ontstaan. Vaak is dan naast de anus een lokale zwelling met roodverkleuring (ontsteking) van de huid zichtbaar. Soms breekt het abces vanzelf naar buiten door. De aandoening is er pijnlijk en het dier kan er koorts van krijgen.
Behalve bovengenoemde klachten bij ontsteking kunnen de anaalklieren ook onder normale omstandigheden vervelende bijwerkingen hebben voor de eigenaar. Het komt nog al eens voor dat het dier de anaalklieren spontaan leegt en daarbij een stinkende vlek op de lig- of zitplaats achterlaat.
Heeft uw hond of kat jeuk bij de staartwortel, flank of buik, of rijdt hij/zij sleetje en/of ziet u een vreemde zwelling bij zijn anus dan is de kans groot dat er iets mis is met de anaalklieren en is een bezoek aan uw dierenarts aan te raden. De dierenarts zal eerst kijken of er misschien nog andere oorzaken zijn voor de klachten (o.a. vlooien, lintwormen of mijten) en vervolgens de anaalklieren van de hond of kat onderzoeken. Dit moet via rectaal onderzoek en kan onaangenaam zijn voor het dier.
In de meeste gevallen is het voldoende de klieren leeg te drukken, maar in enkele gevallen is verdere behandeling noodzakelijk, zoals antibiotica en/of ontstekingsremmers/pijnstillers.
Anaalklierabcessen worden geopend en indien nodig uitgespoeld, omdat dit zeer pijnlijk is zal dit vaak onder narcose dienen te gebeuren. Ook hier wordt met medicijnen nabehandeld om de ontsteking weg te krijgen. Ook een vezelrijk dieet kan helpen als de hond/kat last heeft van een slappe ontlasting. Bij sommige dieren helpt het leegdrukken van de kliertjes maar heel kort. Na enkele weken zijn ze weer vol en beginnen de problemen opnieuw. In ernstige gevallen kan het verstandig zijn de anaalklieren operatief weg te laten nemen.
Eventueel kan een allergie als achterliggende oorzaak verder uitgezocht worden.