Zindelijk maken

Het zindelijk maken van de pup

De hond is van nature een zindelijk dier. Hij/zij zal de behoefte dus niet in het nest of in de directe omgeving ervan doen. Zolang de pups nog te klein zijn om controle over hun sluitspier te hebben, zorgt de moeder ervoor dat het nest schoon blijft en eet ze alle ontlasting op.

Vanaf 3-4 weken leeftijd gaan de pups voor het eerst zindelijk gedrag vertonen. Zij zullen, zodra ze wakker worden, van hun slaapplek vandaan kruipen om op afstand hiervan hun behoefte te doen. Bij een goede fokker krijgt de pup de gelegenheid om deze aangeboren zindelijkheid te ontwikkelen. Als er genoeg leefruimte is voor de pups, zullen zij er gebruik van maken en hun behoefte “ver” van hun eet- en slaapplek doen. Het is erg belangrijk dat er in het nest al duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen een slaap- en ontlastingsplek. Door bijvoorbeeld als slaapplek een dekentje aan te bieden en als ontlastingsplek een krant. Wat ook erg belangrijk is, is de hygiëne in het nest. Door het nest goed schoon te houden, leer je de pups dat het niet normaal is om tussen je ontlasting te eten, slapen en spelen.

Als een pup buiten wordt neergezet, kan het zijn dat hij/zij “vergeet” wat hij/zij buiten ging doen. Alle nieuwe en interessante geuren en geluiden hebben de aandacht, waardoor de pup te gespannen is om buiten de behoefte te doen. Ook pups die krantzindelijk zijn, kunnen het buiten weigeren te doen, of door de spanning of gewoonweg omdat er buiten geen krant is. Wordt niet boos, heeft de pup na 5 minuten nog niets gedaan, neem hem/haar dan gewoon mee naar binnen. En houd de pup goed in de gaten, zodra hij/zij weer begint te draaien en snuffelen, moet hij/zij weer naar buiten worden gebracht. Zodra de pup hurkt om te gaan plassen of poepen, beloon hem/haar dan direct. Alleen door herhaling en belonen zal de pup gaan snappen wat er van hem/haar verlangd wordt.

Enkele tips om een pup zindelijk te krijgen:

• Altijd na het slapen, spelen of eten de pup buiten zetten.
• Begint de pup te snuffelen, draaien, piepen en/of rennen pak hem/haar dan op en zet hem/haar buiten.
• Zet de pup ’s nachts en gedurende de periodes overdag dat er geen tijd is om op hem/haar te letten in een bench of kamerkennel.
• Bij het begin van de zindelijkheidstraining de pup zoveel mogelijk op dezelfde plek buiten neerzetten.
• Doet de pup de behoefte buiten, beloon hem/haar dan uitbundig met je stem, aaien of voer.

Beloon de pup zodra hij/zij door de achterpoten hurkt om de behoefte te gaan doen en niet pas als hij/zij klaar is, want dan belonen we het verkeerde gedrag.

• Sta zoveel mogelijk stil buiten met de pup, want ga je lopen, dan wil de pup mee en zal hij/zij zich moeilijker ontspannen.
• Wordt nooit boos als het binnen fout gaat. De pup begrijpt het niet en in het ergste geval denkt de pup dat hij/zij helemaal niet mag poepen en/of plassen en zal de behoefte, uit angst, op een geheime plek doen.