Belonen en straffen zijn belangrijk bij de opvoeding van uw hond. Helaas kunnen hier makkelijk fouten in gemaakt worden, waardoor niet het gewenste gedrag wordt bereikt. Vaak begrijpen eigenaar en hond elkaar dan niet goed. In deze brief worden u enkele tips aangeboden voor het beleren van uw dier.
Belonen
Een beloning moet altijd direct na (binnen 1 seconde) of tijdens het gewenste gedrag gegeven worden, omdat de hond de beloning koppelt aan het gedrag dat hij/zij op dat moment uitvoert. Honden hebben niet, zoals wij mensen, de capaciteit om bepaalde gebeurtenissen in de tijd aan elkaar te koppelen. Timing is dus erg belangrijk.
Een beloning kan op de volgende manier gegeven worden:
Helaas worden er veel fouten gemaakt bij het aanleren van gewenste gedragingen. Voorbeelden zijn het inconsequent belonen (soms wel, soms niet of soms zelfs straffen) en een verkeerde timing.
Straffen
Ook voor straffen geldt dat deze direct na (dus binnen 1 seconde) of tijdens het ongewenste gedrag gegeven moet worden, omdat de hond de straf koppelt aan het gedrag dat hij/zij op dat moment uitvoert.
Een straf kan op de volgende manieren gegeven worden:
Als een hond direct na een straf gewenst gedrag vertoont, mag hier geen beloning op volgen. De hond moet eerst genegeerd worden, dit is namelijk een non-verbale straf. Als na de straf direct de beloning volgt, dan zal de straf een aankondiging van de beloning worden.
Ook bij straffen worden er veel fouten gemaakt, o.a. inconsequent handelen en een verkeerde timing. Bij het straffen geldt ook weer dat de timing heel erg belangrijk is. Het heeft dus totaal geen zin om een hond te straffen, die alleen thuis is geweest en die in deze tijd de kamer heeft verbouwd. Als de eigenaar thuiskomt weet de hond allang niet meer dat hij/zij dat gedaan heeft en zal de hond de straf koppelen aan het begroeten van de baas.
Andere veel voorkomende fouten zijn:
Straffen heeft veel nadelen. Te hard straffen kan leiden tot angstig en/of agressief gedrag. Voor sommige mensen werkt straffen verslavend, zij zullen vergeten om de hond te belonen, waardoor de hond angstig en onzeker kan worden en uiteindelijk vaak ook angstagressie zal gaan vertonen. Dit laatste zal vooral voorkomen richting de persoon die hem straft.
Bij het afleren van het ongewenste gedrag is het de bedoeling dat het gedrag na de straf/correctie niet meer voorkomt, of in ieder geval minder voorkomt. Blijft het gedrag gewoon voorkomen dan houdt het dus in dat de straf niet werkt! Om een straf effectief te laten werken moet de intensiteit van de straf goed zijn en het ongewenste gedrag moet iedere keer gecorrigeerd worden.
Het is erg belangrijk om te weten dat het geven van een beloning vele malen effectiever is dan een straf. Een straf resulteert meestal in een tijdelijke onderdrukking van het gedrag. Het is dus veel beter om de hond te belonen, en het ongewenste gedrag: