Gezondheidscontrole
Omdat dieren niet kunnen praten en ziektes niet altijd duidelijk zichtbaar hoeven te zijn, is een jaarlijkse gezondheidscontrole belangrijk. Dit wordt vaak gecombineerd met de vaccinatie.
Jaarlijkse vaccinatie
Voor verschillende levensbedreigende ziektes, die nog steeds voorkomen, kunnen we uw dier beschermen middels vaccinatie (enten). Uw dier wordt ‘op maat’ gevaccineerd, afgestemd op de individuele situatie.
Het is verstandig om dieren zoveel mogelijk tegen ziektes te beschermen d.m.v. regelmatige vaccinatie: voorkomen is altijd beter dan genezen! Als een dier wordt ingeënt, zal het afweerapparaat reageren door afweerstoffen (antilichamen) te maken tegen de ziekte waartegen gevaccineerd is. Het gevolg is dat het dier gedurende een bepaalde periode beschermd is. Op het moment dat een van de ziektewekkers na vaccinatie het lichaam binnenkomt, kan de afweer dan direct reageren, zodat het dier niet ziek wordt.
Gezondheidscontrole en advies
Voorafgaand aan de vaccinatie vindt een gezondheidscontrole van uw dier plaats. Hierbij controleren we o.a. gebit, oren, ogen, huid en lymfeknopen, wordt er geluisterd naar hart en longen en wordt de buik nagevoeld. Eventuele gezondheidsproblemen komen uiteraard ook aan de orde. Daarnaast zullen we u waar nodig advies geven over de bestrijding van parasieten (o.a. vlooien, wormen en teken) en de voeding.
Vaccinatieschema
In overleg met uw dierenarts worden de componenten van de jaarlijkse vaccinatie bepaald. Hierbij spelen de leefomstandigheden van uw hond een belangrijke rol: de leeftijd en het zwemgedrag, de infectiedruk (pension, hondenschool, tentoonstelling) en bezoek aan het buitenland. Vaccinatie is maatwerk en we zoeken samen met u naar het optimale vaccinatieschema voor uw huisdier.
Bij pups is het afweersysteem in ontwikkeling. Ze krijgen van hun moeder afweerstoffen (maternale antilichamen) via de eerste melk tegen de belangrijkste ziektes, als de moeder goed gevaccineerd is. Zo rond de 6 weken kan de pup zelf afweer opbouwen. De antilichamen van de moeder worden dan afgebroken, waardoor de pup niet meer beschermd is. Het is dus van belang de pup al te enten als hij 6 weken oud is, om zo de eigen aanmaak van afweerstoffen te stimuleren. Het kan zijn dat de pup dan nog een aantal antilichamen heeft, waardoor hij onvoldoende nieuwe antilichamen maakt na de vaccinatie. Daarom moet de pup ook op 9 en 12 weken gevaccineerd worden.
Ook volwassen honden hebben regelmatig herhalingsentingen nodig om hun bescherming op peil te houden. Het is inmiddels bekend dat de beschermingsduur niet voor alle componenten van deze cocktails hetzelfde is. Voor de ziekte van Weil en parainfluenza is dat een jaar, dus honden moeten daar echt elk jaar tegen worden gevaccineerd. Maar voor bijvoorbeeld hondenziekte en parvo is de beschermingsduur veel langer, dus daarvoor is elk jaar enten niet nodig.
Als uw hond meegaat naar het buitenland zijn een vaccinatie tegen Rabiës (hondsdolheid), een chip en een officieel Europees dierenpaspoort verplicht. De rabiësvaccinatie dient minimaal 21 dagen voor vertrek gegeven te worden. Het dier moet dan minimaal 3 maanden oud zijn. De enting is daarna 3 jaar geldig. Daarnaast hebben sommige landen nog aanvullende eisen. Zie hiervoor de informatiebrief over vakantie met uw huisdier, informeer bij uw dierenarts of kijk op www.licg.nl
Titerbepaling
Zeker weten dat uw hond goed beschermd is, maar liever zo min mogelijk vaccineren? Dat kan met behulp van een titerbepaling. Bij een titerbepaling wordt er gekeken of er nog genoeg antistoffen aanwezig zijn in het bloed. Dit kan bepaald worden voor de volgende ziektes: Parvo, Distemper (Hondenziekte) en Hepatitis. De meeste vaccins tegen deze ziektes zijn 3 jaar werkzaam. Soms is de bescherming zelfs nog langer en kan de vaccinatie uitgesteld worden.
Ziektes
Hondenziekte
Hondenziekte, veroorzaakt door het Canine Distemper Virus (CDV), komt door het goed vaccineren nu gelukkig nauwelijks meer voor in Nederland. Wel wordt de ziekte af en toe in het buitenland gezien. Fretten en nertsen zijn er ook gevoelig voor. Het is een virale ziekte die vooral bij pups problemen geeft. Ze kunnen allerlei verschijnselen krijgen waaronder koorts en aantasting van het zenuwstelsel. De dieren zijn vaak erg ziek en kunnen aan deze ziekte overlijden. Oudere dieren kunnen luchtwegproblemen en blijvende neurologische klachten ontwikkelen. Het virus wordt vooral via direct contact overgedragen en overleeft relatief kort in de omgeving.
Leverziekte
Besmettelijke leverziekte (Hepatitis Contagiosa Canis) is een ontsteking van de lever veroorzaakt door een adenovirus (CAV-1). De dieren kunnen er erg ziek van zijn, en zoals de naam al aangeeft wordt de lever (ernstig) aangetast. Vooral jonge honden kunnen er plotseling door sterven, maar de aandoening kan ook mild verlopen met vage klachten. Leverziekte kan op alle leeftijden voorkomen, maar wordt in Nederland gelukkig niet veel gezien.
Parvo
Parvovirus veroorzaakt bij de jonge hond heftig braken en bloederige diarree en ook bij de oudere hond kan het ernstige ziekteverschijnselen geven. De ziekte is zeer besmettelijk en kan tot sterfte leiden. Het tast ook het afweersysteem aan, waardoor andere ziekteverwekkers gemakkelijk ziekte kunnen veroorzaken. Het parvovirus blijft lang actief in de omgeving en in uitwerpselen en kan zo langdurig voor besmetting zorgen.
Ziekte van Weil
De ziekte van Weil (Leptospirose) is een ziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie (leptospira). Via de urine verlaten ze het lichaam van een geïnfecteerde hond. Ook ratten en mensen kunnen ziek worden en de leptospiren met de urine uitplassen. Water waar urine van ratten in zit, bijvoorbeeld grachtenwater, is de belangrijkste bron van infectie. De bacteriën worden opgenomen via de slijmvliezen, wondjes, maar ook via de huid. De nieren en de lever worden ernstig aangetast en de honden kunnen heel erg ziek worden. Jaarlijks vaccineren is noodzakelijk. Niet alleen om de hond te beschermen, maar ook om de mensen in de buurt van de hond te beschermen, aangezien mensen ook (zeer) ziek kunnen worden.
Besmettelijke hondenhoest (kennelhoest)
Besmettelijke hondenhoest, ook wel kennelhoest genoemd, is een ziekte waarbij onder andere parainfluenza (virus) en bordetella (bacterie) een belangrijke rol spelen. Het is een ziekte die door contact met een besmet dier wordt overgebracht. Het komt niet zoals de naam zegt alleen in kennels voor, maar ook op bijvoorbeeld hondenscholen en uitlaatveldjes kan uw hond ermee in contact komen. Situaties waarbij honden onderling intensief contact hebben verhogen de kans op infectie. Stress kan ervoor zorgen dat de ziekte makkelijker aanslaat. Bij kennelhoest is een droge, hardnekkige hoest, vaak gecombineerd met kokhalzen, typerend. Deze hoest kan wel enkele weken aanhouden. Jaarlijkse inenting kan niet voorkomen dat de hond kennelhoest krijgt, omdat meerdere factoren meespelen. Maar als de hond kennelhoest krijgt, zal hij er wel minder ziek van zijn en is de kans op complicaties aanzienlijk kleiner.
Hondsdolheid
Hondsdolheid (Rabiës) is een virusziekte die zeer besmettelijk is voor vrijwel alle zoogdieren. Het virus gaat naar de hersenen en zorgt voor allerlei neurologische problemen, onder andere agressief gedrag. Het virus zit ook in het speeksel en verspreidt zich voornamelijk via bijtwonden. De afloop is vrijwel altijd dodelijk. In Nederland is al enige tijd geen hond met hondsdolheid gezien, maar inenten is zeker verstandig (en verplicht) als de hond naar het buitenland gaat.