Skippy de Friese stabij stond, in de negen jaar dat zij bij ons in de praktijk komt, bekend als een vrolijke, levendige hond, en daarnaast een goede moeder voor de puppy’s die ze in haar jongere jaren een paar keer heeft mogen verwelkomen.
Haar baasjes trokken een tijdje terug bij ons aan de bel omdat ze zich toch wat zorgen maakten om Skippy. Ze leek niet ziek, en was nog steeds haar vrolijke zelf, maar het was opgevallen dat ze over een periode van enkele weken plots heel veel was gaan drinken. Ze kon maar geen genoeg krijgen van haar waterbak; alles wat haar werd voorgeschoteld dronk ze direct op. Dat uitte zich ook in het doen van vele, grote plassen.
In eerste instantie klinkt dit als een vervelend, maar niet direct levensbedreigend, probleem. Plotseling veranderd drinkgedrag kan echter duiden op het begin van ernstige gezondheidsproblemen, zeker wanneer het gaat om een dier van middelbare leeftijd of ouder. Daarom zullen we bij deze klachten altijd een bloed- en urineonderzoek aanraden.
Ook bij Skippy bleek dit een juiste beslissing. Zowel haar bloed als haar urine lieten een hoge concentratie glucose zien: Skippy had suikerziekte!
Dit type zien we het meeste bij de hond. Het is een auto-immuunaandoening. Dit betekent dat de afweercellen van het eigen lichaam de insuline-producerende cellen in de alvleesklier afbreken. Hierdoor kan de hond zelf minder tot geen insuline meer aanmaken. Insuline is nodig om de suikers (glucose) in het bloed om te zetten in bruikbare energie voor het lichaam. Zonder insuline komt het lichaam dus flink in de problemen!
Dit type komt na type I het meest voor bij de hond. Hierbij is er sprake van een verminderde gevoeligheid voor insuline, waardoor de alvleesklier steeds meer insuline aan moet maken om effect te hebben. Hierdoor raakt de alvleesklier op den duur uitgeput en zal er een tekort ontstaan. Dit type diabetes kan veroorzaakt worden door onderliggende aandoeningen (bijvoorbeeld pancreatitis of de ziekte van Cushing), maar ook door toediening van hormonale medicatie (zoals prednison).
Dit type wordt ook wel zwangerschapsdiabetes genoemd. Het wordt veroorzaakt door het hormoon progesteron, wat in de periode rond de loopsheid in een hoge concentratie in het lichaam aanwezig is. Het maakt hierbij niet uit of de hond drachtig is of niet. Ook anticonceptiemiddelen voor de hond bevatten progesteron-achtige stoffen, waardoor zij suikerziekte kunnen veroorzaken.
Er bestaat geen eenvoudige test om onderscheid te maken tussen de verschillende typen diabetes. De oplettende lezer heeft gezien dat Skippy niet gesteriliseerd was, zij kwam immers weleens bij ons met haar pups. Bij de niet-gesteriliseerde teef met suikerziekte zullen we altijd adviseren om alsnog een sterilisatie uit te voeren. Dit om de hormonale invloed op de insulinegevoeligheid weg te nemen. Wanneer er sprake is van type IV diabetes kan het zelfs zijn dat de hond na sterilisatie volledig herstelt!
Skippy werd ingepland voor een sterilisatie. In de tussentijd stelden we een behandelplan op om het tekort aan insuline in haar lichaam aan te vullen. Dit doen we door onderhuidse injecties te geven met insuline. Omdat dit twee keer daags, en in veel gevallen levenslang, uitgevoerd moet worden, plannen we hiervoor een speciale “prikles” in voor de eigenaren, zodat behandeling thuis in een vertrouwde omgeving kan plaatsvinden. Veel onderwijs was er voor de baasjes van Skippy gelukkig niet nodig, dit ging eigenlijk direct al heel goed!
In de eerste periode na het starten met insuline-injecties plannen we nog wel regelmatige controlemomenten in. Hierbij controleren we de concentratie glucose in het bloed, en passen zo nodig de hoeveelheid insuline aan. Zowel een overmaat als een tekort aan glucose kan namelijk levensgevaarlijk zijn!
De eerste paar afspraken (eentje voor en eentje na de sterilisatie) was Skippy haar glucose nog aan de hoge kant, waardoor we de insuline nog iets hebben verhoogd. Daarna liet haar bloed een stabiele waarde, en nog later zelfs een daling in het bloedsuiker zien. Iedere keer mocht de hoeveelheid insuline weer een beetje afgebouwd worden, en iedere keer bleef haar bloedsuiker laag. Uiteindelijk durfden we het aan om helemaal te stoppen met het toedienen van insuline, en ook na deze controle was de bloedwaarde normaal.