Nierfalen

Nierfalen
Nierfalen kan zowel acuut als chronisch zijn. De meest voorkomende vorm is chronisch nierfalen (CNF), wat vooral bij oudere honden en katten wordt gezien. Bij katten is het zelfs een van de meest voorkomende aandoeningen op oudere leeftijd. Bij CNF treedt een voortschrijdende, onherstelbare verslechtering van de nierfunctie op. Gelukkig kan uw dier soms bij een tijdige diagnose en met de juiste behandeling toch een prettig leven leiden. Daarom is het belangrijk dat een (oudere) hond of kat regelmatig door de dierenarts wordt onderzocht.

Hoe werken de nieren?
Net als de mens hebben honden en katten twee nieren. De belangrijkste functies van de nieren zijn: het filteren van het bloed, waarbij de afvalstoffen uit het lichaam verwijderd worden via de urine, het reguleren van de electrolyten- en mineralengehalten en het produceren van hormonen.

Ze doen dit m.b.v. ontelbare kleine filtertjes, de nierlichaampjes of nefronen. Als er nefronen van de nier uitvallen nemen andere het over. Door deze grote reservecapaciteit merkt men niet onmiddellijk dat de nierfunctie verminderd is. Pas als meer dan 2/3 van de nieren niet meer functioneert, zullen er klinische verschijnselen zichtbaar worden en spreken we van nierfalen. Vaak is de achteruitgang van de nierfunctie al maanden of jaren aan de gang. Een chronische ontsteking in de nieren kan leiden tot de vorming van littekenweefsel, dat samentrekt en zorgt voor zogenaamde ‘schrompelnieren’.

Oorzaken
Er zijn veel oorzaken van nierfalen bekend, zoals bacteriële, virale en protozoaire infecties, nierstenen, aangeboren en/of erfelijke aandoeningen, tumoren, een afwijkende bloeddruk (door bijvoorbeeld uitdroging of trauma), ziektes elders in het lichaam (zoals hormonale aandoeningen), vergiftigingen (onder andere door antivries, druiven en rozijnen) en bepaalde medicijnen, zoals enkele antibiotica en pijnstillers. Een te hoog gehalte aan fosfor, eiwit en/of natrium in de voeding kan het voortschrijden van nierfalen versnellen. Er zijn echter veel dieren met nierfalen waarbij de oorzaak van het probleem niet meer kan worden vastgesteld.

Bij verschillende rassen is er een erfelijke aanleg voor de ontwikkeling van nierziekten op jonge leeftijd. Dit zijn o.a. de Beagle, Cairn Terriër, Shih Tzu, Cocker Spaniël en Dobermann Pincher. Gevoelige kattenrassen zijn o.a. Abessijnen, Maine Coons, Burmezen en Siamezen.

Symptomen
De verschijnselen van nierfalen kunnen zijn:

  • Veel drinken en veel plassen;
  • Sloomheid;
  • Braken;
  • Verminderde eetlust, vermageren;
  • Zweren in de bek, stinkende adem;
  • Doffe vacht en slechte conditie;
  • Bloedarmoede

Diagnose
De diagnose kan worden gesteld op basis van bloed- en urineonderzoek. In het bloed worden de ureum- en creatitininewaarden bepaald. Aanvullend kunnen er andere bloedbepalingen uitgevoerd worden, zoals bepaalde elektrolyten en/of schildklierfunctie. In de urine wordt gekeken naar de mate van concentratie en teveel verlies van eiwit. Ook een bloeddrukmeting en echografie van de nieren kunnen een aanvullende functie hebben in de diagnostiek van nierproblemen.

Behandeling
De therapie is erop gericht de patiënt klachtenvrij te krijgen, de nieren zo min mogelijk te belasten en de overgebleven functie te optimaliseren. De behandeling is maatwerk en wordt afgestemd op het individuele dier. Afhankelijk van de onderzoeksuitslagen kunnen er een aantal stappen ondernomen worden. Het effect van de therapie moet altijd gecontroleerd worden.

Infuus
Een patiënt met nierfalen plast meer omdat de nieren niet meer goed kunnen concentreren, daarbij moet ter compensatie ook meer gedronken worden. Als er minder gedronken dan geplast wordt droogt het dier uit en voelt hij zich beroerd, een infuus doet in dat geval vaak wonderen. Bij licht uitgedroogde dieren is een onderhuids infuus vaak voldoende. Bij zieke dieren wordt veel (en langdurig) infuus gegeven in de hoop dat hierdoor toch nog veel giftige stoffen het lichaam verlaten, dit noemt men geforceerde diurese. Hiervoor moet het dier vaak enkele dagen opgenomen worden.

Aangepaste voeding
Een nierdieet is de basis van de behandeling van een patiënt met nierfalen. In eerste instantie is het belangrijk dat een dier weer wil eten en zich beter voelt, is dat het geval dan kan geleidelijk overgegaan worden op het speciale dieet. Het nierdieet is een compleet voer met een verlaagd eiwit- en fosfaatgehalte, waardoor er minder afvalstoffen ontstaan en de nieren minder belast worden. Sommige dieren weigeren echter dit voer te eten, in die situatie kan het effect van een dieet deels worden overgenomen door het geven van een fosfaatbinder.

Medicatie
Er zijn verschillende medicijnen die een nierpatiënt kunnen ondersteunen, welke patiënt wat krijgt verschilt per individu. Zo kunnen antibiotica, fosfaatbinders, kaliumsupplementen, antibraakmiddelen, maagzuurremmers, bloeddrukverlagende middelen en/of ACE-remmers ingezet worden.

Prognose
De prognose van een dier met nierfalen verschilt sterk. In het slechtste geval komt de patiënt uiteindelijk te overlijden. Bij acuut nierfalen kan volledig herstel optreden. De hoogte van de bloedwaarden zegt bij acuut verslechterde dieren niets over de prognose, bij chronisch (en stabiel) nierfalen kan dit wel een indicatie van de vooruitzichten geven. Hierbij spelen ook de bloeddruk en de hoeveelheid eiwit in de urine een rol. In veel gevallen is nierfalen een chronische progressieve ziekte, de ziekte gaat niet meer weg een wordt langzamerhand steeds erger. De dierenarts zal ernaar streven uw huisdier een zo goed mogelijk leven te geven.

© Copyright Online Marketing Bureau iClicks 2024 | Privacyregelement | Cookie settings Algemene voorwaarden | Contact | Sitemap